RSC Anderlecht – KRC Genk: gaat de rechter scheidsrechter spelen?

Blog mr. Martin Bax

Het is 23 december omstreeks 21:10 uur. De wedstrijd tussen Anderlecht en Genk is in volle gang als scheidsrechter Nathan Verboomen een penalty toekent aan de uitploeg. In eerste instantie wordt de penalty van Genk-aanvoerder Bryan Heynen gestopt, maar in de rebound scoort Yira Sor de 0-1. Uit de beelden blijkt dat spelers van beide ploegen, waaronder de doelpuntenmaker te vroeg in komen lopen. De spelregels schrijven dan voor dat de penalty opnieuw genomen moet worden. De VAR zag de spelers van Anderlecht echter over het hoofd. Uiteindelijk kreeg Anderlecht dus een vrije trap en wint het de wedstrijd met 2-1. Genk laat het er niet bij zitten en stapt naar de Disciplinaire Raad voor het Profvoetbal. Die beslist dat de wedstrijd opnieuw gespeeld moet worden. Een zeldzame beslissing, die het waard is om nader te bestuderen.

Het field-of-play-beginsel
In veel sportreglementen is opgenomen dat een beslissing van de scheidsrechter bindend is. Dit noemen we het field-of-play-beginsel. De uitslag van een wedstrijd moet op het veld worden beslist en niet in de rechtszaal. Het hoogste sporttribunaal, het Court of Arbitration for Sports (CAS) volgt dit beginsel dan ook altijd in haar uitspraken. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen wordt er een uitzondering op gemaakt. Dat kan namelijk alleen als er direct bewijs is dat er sprake was van partijdigheid, kwade trouw, willekeur of een juridische fout. Als een scheidsrechter is omgekocht, dan zal zijn beslissing dus voor beroep vatbaar zijn.

De vraag is dan natuurlijk welke beslissingen onder het field-of-play-beginsel vallen. Het beginsel is alleen van toepassing als de beslissing is genomen door een official verantwoordelijk voor het toepassen van de regels tijdens een specifieke wedstrijd en als het effect van de beslissing beperkt blijft tot het speelveld. Dat wil niet zeggen dat een beslissing achteraf niet meer herzien mag worden. Die herziening moet dan wel vastgelegd zijn in de spelregels en tijdens of onmiddellijk na het einde van de wedstrijd, dan wel “proximate” aan de competitie plaatsvinden. Beroepen die zien op de technische uitrusting van officials, zoals finishcamera’s, en beroepen die gaan over welke arbiter jurisdictie heeft, zoals welke arbiter een herstart kan bevelen, vallen niet onder het beginsel en zijn dus wel vatbaar voor beroep.

De beslissing van de Disciplinaire Raad
De Disciplinaire Raad voor het Profvoetbal is een intern orgaan van de Belgische voetbalbond (KBVB), dat (in hoger beroep) bevoegd is te beslissen over klachten over beslissingen van de scheidsrechter. Op basis van de bondsreglementen van de KBVB moet een wedstrijd worden overgespeeld, en wordt er dus een uitzondering gemaakt op het field-of-play-beginsel als aan twee voorwaarden is voldaan:

1. De scheidsrechter moet een vergissing zijn begaan in de toepassing van de spelregels. Het gaat dus niet om de beoordeling van een feit, maar om de toepassing van de regels op dat feit.

2. De vergissing heeft de gang van het spel grondig beïnvloed. Het gaat er hierbij om dat de puntenverdeling (winst, verlies, gelijkspel) door de vergissing mogelijk is beïnvloed. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als de scheidsrechter zich in de blessuretijd van de tweede helft bij een stand van 6-0 vergist bij het afkeuren van een doelpunt.

In dit geval bleek uit een opname van het audioverkeer tussen de VAR en de scheidsrechter dat de VAR alleen gelet had op inlopende spelers die deelnamen aan het spel. Deelname aan het spel is echter geen relevant criterium voor het hernemen van een strafschop. Het gaat er enkel om of de spelers te vroeg in komen lopen. Door niet te kijken naar de spelers van Anderlecht hebben de VAR en de scheidsrechter de reglementen verkeerd toegepast. Deze beslissing heeft het spel grondig beïnvloed, nu Genk een scoringskans werd ontnomen bij een 0-0 stand in de 22ste minuut. De Disciplinaire Raad oordeelt dan ook dat de wedstrijd overgespeeld moet worden.

De situatie in Nederland
Anders dan in België, kent de KNVB geen specifieke commissie waar clubs tegen scheidsrechtersbeslissingen in beroep kunt gaan. Wil zij een beslissing aanvechten, dan zal de club naar de rechter moeten stappen. Dat gebeurde bijvoorbeeld nadat de scheidsrechter in de bekerwedstrijd tussen FC Lisse en HSV Hoek de verkeerde volgorde had gehanteerd bij het nemen van de strafschoppen. De KNVB besloot dat de volledige strafschoppenreeks opnieuw plaats moest vinden en de rechter hield dat besluit in stand.

Een ander voorbeeld betreft de beslissingswedstrijd tussen HVV en Voorschoten ’97. De scheidsrechter had in de eerste helft de Voorschoten-speler met rugnummer 2 een gele kaart gegeven, maar dit per ongeluk genoteerd bij de nummer 2 van HVV. Toen die laatste dus in de verlenging zijn (eerste) gele kaart kreeg, kreeg hij daarna gelijk de rode kaart gepresenteerd. De rechter greep uiteindelijk (geruime tijd na het einde van de nacompetitie) in en bepaalde dat de wedstrijd vanaf het moment van de arbitrale fout opnieuw gespeeld moest worden. Uiteindelijk is dat vanwege de absenties van vele spelers (het was inmiddels zomerstop) en de afgeronde nacompetitie niet gebeurd, maar werd de degradatie van HVV teruggedraaid.

Conclusie
Het discussiëren over scheidsrechterlijke beslissingen is een grote hobby van trainers, analisten en voetballiefhebbers. Gaat deze discussie zich verplaatsen naar de rechtszaal? Zo’n vaart zal het niet lopen. Dat zou immers zeer onwenselijk zijn voor de sport. Het leidt tot vertragingen in competities, waardoor scheve ranglijsten ontstaan en de belangen van andere deelnemers aan de competitie geschaad worden. Uit eerdere zaken blijkt dat alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, zoals een administratieve fout, een wedstrijd (gedeeltelijk) overgespeeld moet worden. Uit die zaken blijkt daarnaast dat de Disciplinaire Raad en de Nederlandse rechter het field-of-play-beginsel minder streng toepassen dan het CAS. Feit is wel dat de zaak van Genk en Anderlecht nieuwe aandacht aan de beroepsmogelijkheid heeft gegeven. Inmiddels heeft RWDM aangekondigd dat zij hun wedstrijd tegen KV Mechelen willen overspelen, nadat de scheidsrechter geen penalty toekende na een handsbal van Mechelen-speler Hairemans. De kans dat ook dit beroep doel zal treffen is klein, maar niet geschoten is altijd mis.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met een van de sportrechtexperts van Vissers Legal.

Mr. Martin Bax
Juridisch adviseur

Mr. Martin Bax
Juridisch adviseur +31 (0)73-6911979 Stuur bericht