FIFA Football Agent Regulations
Het Duitse Gerechtshof handhaaft de afwijzing van de toepassing van de FIFA Football Agent Regulations (FFAR). De juridische strijd bereikt later zijn kookpunt, wanneer het Hof van Justitie van de Europese Unie antwoord zal geven op de prejudiciële vragen omtrent de FFAR.
In december 2022 heeft de FIFA Council de FFAR goedgekeurd, welke op 9 januari 2023 in werking zijn getreden. De FFAR zorgen voor een nieuw juridisch kader voor spelersmakelaars en de uitvoering van hun diensten. Dit zal gezien moeten worden ter vervanging van de FIFA Regulations on Working with Intermediaries.
De doelstellingen van de FIFA waren om een minimumnorm in te stellen voor het niveau van voetbalmakelaars. Dit zal bijdragen aan het versterken van de contractuele stabiliteit, de bescherming van de integriteit van het transfersysteem en het bereiken van meer financiële transparantie. Dit alles zal volgens de FIFA leiden tot een betere bescherming van belanghebbenden, zoals voetballers en coaches.
De belangrijkste veranderingen die de nieuwe regels met zich meebrachten om deze doelen te bereiken, waren onder andere:
- een verplicht licentiesysteem met een verplicht examen voor alle voetbalmakelaars;
- de invoering van een maximum aan de makelaarsvergoedingen; en
- het verbod op simultane club- en spelersvertegenwoordigingen in dezelfde transactie om belangenverstrengeling te voorkomen.
Vanuit praktisch oogpunt is het niet moeilijk om te zien dat de nieuwe regels niet door iedereen in de sector warm onthaald werden. Agenten hebben hun krachten gebundeld en zijn de juridische strijd aan te gaan tegen de invoering van de FFAR.
De arrondissementsrechtbank in Dortmund heeft een voorlopige voorziening getroffen die de Duitse voetbalbond verhindert om de FFAR te implementeren totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak heeft gedaan over deze kwestie. De belangrijkste reden hiervoor is dat het Hof van mening was dat de FFAR een concurrentiebeperkend element kon bevatten.
In april 2023 vroeg de rechtbank van Mainz het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing over dit onderwerp. De rechtbank vroeg het Hof van Justitie van de Europese Unie of (1) het is verboden om een maximum te stellen aan de vergoedingen die betaald worden aan de spelersmakelaar en of het (2) voor derden verboden is om de vergoeding te betalen die verschuldigd is uit hoofde van een vertegenwoordigingsovereenkomst aan de spelersmakelaar.
De rechtbank van Dortmund koos niet voor deze route omdat het volgens haar dringend noodzakelijk was een verbod uit te vaardigen, aangezien het verwijzen van de zaak naar het Europees Hof van Justitie een tijdrovend proces zal zijn.
De uitspraak van de voorzieningenrechter in Nederland op 10 mei 2023 was meer in lijn met de rechtbank van Mainz, omdat deze ook geen inhoudelijk oordeel gaf. Omdat de Nederlandse rechter, net als alle nationale rechters, gebonden is aan de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie, heeft de Nederlandse voorzieningenrechter in het geschil tussen de European Football Agents Association (EFAA) en Pro Agent enerzijds en de FIFA anderzijds besloten dat het oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie moet worden afgewacht om eventuele onjuiste beslissingen te voorkomen. Daarom heeft de Nederlandse voorzieningenrechter de vorderingen van EFAA en Pro Agent afgewezen. Er rees twijfel over de geldigheid van de arbitrageovereenkomst tussen de FIFA en voetbalmakelaars, aangezien deze makelaars geen lid zijn van de FIFA. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet binnen zijn bevoegdheid lag om hierover een inhoudelijk oordeel te vellen.
Op woensdag 13 maart 2024 bevestigde het Gerechtshof van Düsseldorf de eerdere uitspraak van een arrondissementsrechtbank in Dortmund. Hiermee zal de voorlopige voorziening in stand blijven en zullen de FFAR nog steeds niet geïmplementeerd mogen worden totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uit heeft gelaten over de concurrentiebeperkende werking van de regelgeving voor spelersmakelaars.
Dit is opnieuw een tegenslag voor FIFA. Eerder heeft FIFA via haar officiële kanalen aangekondigd dat zij de implementatie van de betreffende artikelen, die ter discussie staan, zal uitstellen totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie hierover een uitspraak heeft gedaan. Desondanks blijft FIFA ervan overtuigd dat het invoeren van de FFAR een noodzakelijke, proportionele en volledig legale stap is om de systeemfouten in het internationale transfersysteem aan te pakken. Niet alleen alle belanghebbenden in de voetbalwereld, maar ook alle Europese politieke autoriteiten hebben het belang van een dergelijk regelgevend kader bevestigd.
De belangrijkste vragen die het Hof van Justitie van de Europese Unie moet beantwoorden, hebben betrekking op de bevoegdheid van de FIFA om dergelijke regels op te leggen aan spelersmakelaars, aangezien zij geen lid zijn van de FIFA, en op de vraag of de FIFA al dan niet de mededingingswetgeving van de EU schendt door deze regels op te leggen.
In deze voortdurende juridische saga blijft de uitkomst onzeker, maar één ding is duidelijk: de strijd over de regulering van spelersmakelaars is verre van voorbij. De voorlopige voorziening bij het Hof van Justitie van de Europese Unie belooft een cruciaal moment te worden in dit voortdurende debat, met gevolgen die verder reiken dan de grenzen van het voetbalveld.
Indien u vragen heeft over het bovenstaande, neemt u dan contact op met ons kantoor.
Mr. Kjell Klomp
Juridisch adviseur